Methodologie

IPARC hanteert bij elke opdracht voor publieke en private opdrachtgevers de ethische code van de Beroepsvereniging voor Conservators en Restaurateurs van Kunstvoorwerpen (BRK-APROA vzw), die zich inschrijft in de ethische code van E.C.C.O (European Confederation of Conservator-Restorers’ Organisations). De belangrijkste principes kunnen als volgt samengevat worden: reversibiliteitminimale ingreepherkenbaarheid.

Reversibiliteit

Het principe van de reversibiliteit: een conservatie-restauratiebehandeling moet in principe omkeerbaar zijn. De restaurator gebruikt alleen producten, materialen en technieken die het cultureel erfgoed niet beschadigen en die specifiek voor dit doel gemaakt zijn. Zijn of haar interventie mag latere behandelingen en onderzoeken op geen enkele manier belemmeren of verhinderen.

Uitgaande van het respect voor de uniciteit en de authenticiteit van de voorstelling, moet elke restauratieve ingreep, omkeerbaar zijn. Dit wil zeggen dat men ze in principe altijd ongedaan kan maken. Producten die men aanbrengt, moeten eenvoudig terug verwijderd kunnen worden. Retouches moeten discreet en gemakkelijk te verwijderen zijn.

Hoewel de restaurator steeds zal proberen te conserveren met de beste beschikbare technieken, is het mogelijk dat men over geruime tijd of zelfs binnen afzienbare tijd, betere technieken ontwikkelt en beschikbaar heeft. Op dat moment moet het theoretisch mogelijk zijn dat de huidig toegepaste conserverende behandeling zonder schade kan verwijderd worden, zodat men de verbeterde conserveringstechnieken kan toepassen.

Volgens de opvattingen van de monumentenzorg in de strikte zin, gaat men dus proberen om zoveel mogelijk het authentieke kunstwerk te bewaren, zelfs als dat betekent dat daarin een aantal lacunes zichtbaar blijven.

Minimale ingreep

Het principe van de minimale ingreep:
 de restaurator respecteert het unieke karakter van elk kunstwerk, de oorspronkelijke materialen en hun natuurlijke veroudering. Hij of zij beperkt ingrepen dus tot het strikte minimum. Conservatie-restauratie mag in geen geval verward worden met vernieuwing of reconstructie.

Al te veel werken werden op die manier in het verleden te zwaar aangepakt: overdreven reiniging, decapering van sculpturen en meubilair, ondeskundige aanpak van historische interieurs.

Herkenbaarheid

Het principe van de herkenbaarheid: 
in dezelfde optiek van respect voor de integriteit van het kunstwerk, moet elke ingreep of toevoeging herkenbaar en onderscheidbaar zijn met het blote oog of met behulp van onderzoeksmethodes.

Vanuit de erfgoedzorg verdedigt men immers de opvatting dat het prioritaire belang van het erfgoed eruit bestaat dat zij een drager van informatie is, een boodschapper.  De missie bestaat dan uit het zo leesbaar mogelijk houden en ongeschonden mogelijk bewaren van die boodschap, ten bate van de huidige generatie en diegenen die na ons komen.

Conservatie en restauratie heeft als doel de historische boodschap te bewaren door de materiële drager van de boodschap maximaal in stand te houden. Daarom legt men de nadruk op het conserverende aspect, en gaat men slechts tot op een beperkte hoogte de boodschap opnieuw leesbaar maken, waarbij men zijn eigen ingrepen dient ondergeschikt te houden aan de historische materie.